Terracotta schouwbeeld (Pilaster)

Brief over het bovenstaande in Gennep gevonden terracotta schouwbeeld (Pilater)  aan Jan Wessels jaren 80 met de vraag deze uit te lenen

DE BEELDHOUWER OTTO REYBRSZ VAN SCHAIJCK

Otto Reyersz van Schaijck werd ongeveer 1600 geboren in Utrecht, als zoon van een Gereformeerde timmerman. Utrecht was van oudsher de stad waar de bisschop zetelde en had dus sinds de Middeleeuwen een rijke traditie opgebouwd op het gebied van de beeldhouwkunst. Talloze beeldhouwwerken verfraaiden de Dom en andere kerken. “Heiligenbakkers” vervaardigden in mallen kleine devotiebeeldjes voor de eredienst bij de mensen thuis.Otto lieyersz van Schaijck pakt de beeldhouwtraditie op en wordt beeldsnijder. Waarschijnlijk heeft hij het vak geleerd bij een zogenaamde “antieksnijder”, een kastemaker. Je weet dat in de 17e eeuw kasten en kisten fraai waren versierd. Lieyers trouwt in 1625 en vraagt in 1628 octrooi aan op het maken van terracotta schoorsteenpilasters, die afgegoten worden in houten mallen. De mal was het gebeeldhouwde voorbeeld. Zo’n mal kon verschillende malen worden hergebruikt. Het is dus een vorm van industriële productie: meer exemplaren van één soort. Lieyersz krijgt octrooi, verleend door een commissie uit de Staten­Generaal in Den Haag, waar hij ook op de Bierkade woont, een singelgracht die Den Haag omsluit.

Zijn onderwerpen zijn niet religieus van aard en staan in de traditie van de Renaissance: de modellen die van Schaijck maakt, herinneren aan de kunst van de Grieken en Romeinen. In Den Haag werd na 1620 enorm veel gebouwd. Het is de tijd van stadhouder Frederik Hendrik, zoon van Willem van Oranje. Kooplieden en andere bemiddelde neringdoenden lieten huizen bouwen. De schouw in de mooie kamer werd ondersteund door pilasters, welke waren geleverd door van Schaijck. Omstreeks 1670 neemt zijn zoon Johannes het bedrijf van zijn vader over. Johannes van Schaijck
is getrouwd met Lucretia Panter, de kleindochter van een Schotse militair in Nederlandse dienst. De zoon is ook pottebakker. In 1703 wordt het bedrijf aan de Bierkade beëindigd, er zijn geen mannelijke nazaten, die het konden overnemen. Bovendien was de markt voor schouwpilasters in Den Haag verzadigd en als gevolg van een reeks oorlogen tegen Engeland en Frankrijk ging het slecht in de Republiek der 7 Provinciën, waar Brabant en Limburg nog niet bij hoorden. Dat waren de Generaliteitslanden, zo genoemd omdat ze sinds 1648 (einde van de 80-jarige Oorlog) werden bestuurd door de Staten-Generaal.

Buiten Den Haag vinden we terracotta schouwpilasters van van Schaijck in: Gennep (1x), Utrecht, zijn geboortestad (5x), in Den Bosch (2x), Delft (1x) en Hulst in Zeeuws-Vlaanderen (1x).Van het voetstuk van de  in Gennep gevonden  schouwpilaster is er in Den Haag op 2 plaatsen dezelfde vorm gevonden. Een staat bij  (de schrijver van deze brief). Het vrouwenhoofd van de Gennepse pilaster lijkt op dat in de schouw in het Arbeidsburo van Hulst, maar het is toch anders gesneden.

Ik denk dat die pilaster uit Gennep mooi op een tentoonstelling zou staan. Maar dan moet er wel een soort etalage-achtige kist met een lampje omheen gebouwd worden zodat de mensen er met hun handen afblijven! Jan, zou jij die kunnen timmeren?  In het museum moet als gevolg van de enorme bezuinigingen -opgelegd door een straatarme gemeente Den Haag, alles zo’n beetje voor niks gebeuren. Denk er over na: jouw beeld in de wereldstad Den Haag, in een museum voor een week of zeven!